Energiesystemen zijn vaak complexe systemen met veel verschillende actoren en belangen. Een energievraagstuk dient dan ook holistisch benaderd te worden. Door het combineren van technische kennis, kennis over de markt en een grote interesse ben ik instaat deze holistische aanpak te realiseren. Dit maakt het voor mij mogelijk om de brug te slaan tussen techniek en maatschappij, zodat er een match ontstaat tussen wat technisch mogelijk en wat maatschappelijk nodig is.
Na mijn studie Energy Science heb ik ervoor gekozen als energietransitie consultant bij Berenschot aan de slag te gaan. Berenschot maakte indruk door zijn interessante opdrachten en de maatschappelijke meerwaarde die in elk project zichtbaar is.
Naast sterke betrokkenheid en kennis over de energietransitie draag ik bij door mijn model en simulatie-expertise. Dit maakt het mogelijk inzichten te verkrijgen in de veranderingen in ons energiesysteem en mogelijke ‘bottlenecks’ in een vroeg stadium te ontdekken. Mijn doel hiermee is bijdragen aan de energietransitie, zodat de wereld ook voor toekomstige generaties leefbaar blijft.
In lijn met het Akkoord van Parijs en het Nederlandse Klimaatakkoord werkt de industrie aan projecten om de CO2-uitstoot van de eigen productie en van hun producten te verminderen. Hierbij staan bedrijven voor verschillende uitdagingen, die niet altijd binnen hun invloedssfeer liggen en die zorgen voor vertraging van uitvoering van emissiereductie potentieel en daarmee CO2-reductie onbenut laten. In opdracht van de Vereniging Energie voor Mobiliteit en Industrie (VEMOBIN) onderzocht Berenschot welke belemmeringen er spelen en wat er nodig is om de klimaatdoelen 2030 voor de industrie binnen bereik te brengen. Op 30 oktober is het rapport aangeboden aan minister Micky Adriaansens van Economische Zaken en Klimaat.
Netbeheer Nederland heeft, ondersteund door Berenschot en Kalavasta, de vier integrale klimaatneutrale toekomstscenario’s voor het Nederlandse energiesysteem in 2050 geactualiseerd. De uitkomsten laten een flinke elektrificatie zien, noodzaak voor opschaling van flexibiliteitsmiddelen en een rol voor klimaatneutrale waterstof als grondstof en back-up.
Netschaarste is een actueel probleem binnen de energietransitie. Het verkrijgen van een netaansluiting voor teruglevering van energie is in vele regio’s beperkt of niet mogelijk.
Om op de Noordzee in de periode 2030-2040 windenergie effectief in te passen in het energiesysteem, moet tijdig bepaald worden waar (locatie) en op welke manier (elektriciteit of waterstof) deze capaciteit wordt aangesloten. De aanleg van nieuwe infrastructuur heeft namelijk een lange doorlooptijd.
De OECD (Organisation for Economic Co-operation and Development) heeft van de Europese Commissie de opdracht gekregen om de consistentie en kosteneffectiviteit te meten van beleidsinstrumenten in de Nederlandse industrie die zich richten op het verduurzamen van de industrie richting 2050.
In opdracht van de TKI Urban Energy en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland heeft Berenschot het onderwerp gelijkspanning onder de loep genomen. Dit heeft geleid tot vijf whitepapers voor de verschillende marktsegmenten.
Hergebruik van restwarmte van datacenters is beperkt mogelijk in Hollands Kroon. Er lijken kansen voor de glastuinbouw. Maar een relatief lage prijs voor aardgas maakt een businesscase nu erg lastig. Dat blijkt uit onderzoek dat wij onlangs hebben afgerond. De mogelijkheden voor het verwarmen van woonhuizen met restwarmte lijken niet realistisch.
In opdracht van Gasunie, TenneT en de regionale netbeheerders ontwikkelde Berenschot in samenwerking met Kalavasta vier integrale klimaatneutrale toekomstscenario’s voor het Nederlandse energiesysteem in 2050.
Het gebruik van de hybride warmtepomp kan een versnelde verduurzaming van woningen realiseren, parallel aan de implementatie van all-electric en warmtenetten. Hierdoor wordt een aanzienlijke en versnelde CO2 reductie mogelijk, boven op de doelstellingen van het Energieakkoord. Dat concluderen Berenschot en BDH in de ‘Routekaart hybride warmtepomp’, die zij samen met de betrokken partijen uit alle warmtepompgerelateerde sectoren en beroepsgroepen hebben opgesteld.